3 x ontsnappen aan de hitte in Wallonië
Tropische temperaturen? Dan duik je toch gewoon het verleden in. Daar is het lekker fris en valt er nog een en ander te beleven ook. Voor iedereen die het zoetjesaan wel gehad heeft met dagen die voelen als één groot gevecht tegen het smeltpunt: 3 x ondergronds erfgoed in Wallonië.
Silex – Ondergronds erfgoed in Wallonië
Meteen het meest overtuigende argument om richting Henegouwen te rijden: in de neolithische mijn van Spiennes, op een steenworp van Mons, is het 12°C. De hele tijd. Zonder airco. Probeer je even voor te stellen hoe dat ook alweer voelde, zo’n heerlijk koele lucht en gewoon kunnen ademen zonder dat je de indruk krijgt dat je longen gevuld worden met kaasfondue.


De plaatselijke vuursteen kwam onze voorouders goed van pas, zoals blijkt uit de spectaculaire vondsten die archeologen op deze plek deden. Als oudste en belangrijkste ontginningsplaats van silex in Europa, werd de site door UNESCO beschermd. Ter gelegenheid van Mons 2015, toen de stad een jaar lang culturele hoofdstad van Europa was, werd de archeologische trekpleister opgefrist en beter toegankelijk gemaakt voor publiek.

In de tentoonstelling op de begane grond van het bezoekerscentrum kom je meer te weten over de ondernemende Neolithische mens. Die schrok er niet voor terug om mijnschachten te graven, sommige tot op 16 meter diepte. Zo’n mijnschacht kan je ook bezoeken.


En daarvoor moet je dus een pak aan. En een helm. Niet voor claustrofobici. Of toch wel, maar dan gewoon stevig vasthouden aan de ladder beneden en naar het kleine streepje lucht ver weg boven je blijven kijken (en tegen jezelf blijven herhalen dat als die Neolithische mens het niet eng vond, jij het ook niet eng moet vinden).

De uitleg van de gids, een archeologe die hier al jaren opgraaft en persoonlijk (de resten van) een mens ontdekte, is gelukkig zo meeslepend dat je al snel vergeet dat je 10 meter onder de grond zit en dat je dat normaal gezien behoorlijk creepy vindt.

Praktisch: voor kinderen vanaf 10 jaar. Reserveren is een must en doe je via de website van SILEX. Daar vind je ook alle info over VIP-bezoeken: Very Intriguing Prehistory.
Mijn van Blegny – Ondergronds erfgoed in Wallonië

De oude mijn van Blégny, niet ver van Luik, is de enige Belgische mijn waar je nog echt in kan. En dan bedoelen we ook echt erin. De lift brengt je tot op… 60 meter diepte. Waar je het in Limburg moet doen met een simulatie, krijg je hier nog de real stuff voorgeschoteld. De voormalige steenkoolmijn is overigens een van de vier laatste authentieke exemplaren in Europa. UNESCO wereldpatrimonium, dus.

De rondleidingen worden verzorgd door ex-mijnwerkers, die dus echt wel weten waarover ze praten. De onze was Nederlandstalig en had zijn broek versleten in de Limburgse mijn. Ook die van Blégny kende hij als zijn broekzak, getuige zijn vele sterke verhalen en de kwieke manier waarop hij ons door het donkere doolhof loodste.


Pakkend, bij momenten hilarisch en erg kindvriendelijk opgevat: dit soort rondleiding heeft alles om je kinderen van hun sokken te blazen (en dan rekenen we de heerlijk koele ondergrondse temperatuur nog niet mee). Een ervaring om niet licht te vergeten.


Belangrijk: laarzen aan, want het kan daar onder de grond een beetje zompig zijn. Reserveren doe je rechtstreeks bij het bezoekerscentrum van de mijn. Blégny Mine, Rue Lambert Marlet 23, 4670 Blégny. Info: www.blegnymine.be
Bois-du-Luc – Ondergronds erfgoed in Wallonië

Bois-du-Luc, niet ver van La Louvière, was een van de oudste steenkoolmijnen van ons land. De arbeiderswijk rond de mijn is overeind gebleven en er is een Museum van Mijnbouw en Duurzame Ontwikkeling. Hier kan je niet letterlijk ondergronds gaan, maar met een beetje verbeelding duik je wel diep het verleden in.

Rondwandelen in een mijnwerkersdorp uit de 19de eeuw, dat heeft wel iets. Een bezoek aan zo’n vergeeld, ontroerend mijnwerkershuisje geeft te denken (misschien waren ze toen wel blij geweest met een klein beetje klimaatopwarming).


Ook Bois du Luc is erkend als UNESCO werelderfgoed. Alle praktische info vind je op de website van Bois-du-Luc.