Brussel met kinderen: dino’s en dikke wenkbrauwen
Zin in een avontuur in Brussel met kinderen? Dan moet je als de wiedeweerga naar het fantastische museum voor Natuurwetenschappen. Dat is het museum van de dino’s. Die van Bernissart. Dat stelletje uitgestorven schurken hebben we nu al zo vaak gezien, dat we ze thuis op de thee kunnen vragen. Echt, daar zouden ze niet van opkijken! Dus exploreren we deze keer een ander museumgedeelte: de Galerij van de Mens.
Brussel met kinderen

Die omvat twee grote zones, over het lichaam en over de evolutie. Wij kiezen voor de expo over onze zeven miljoen jaar durende evolutie van Sahelanthropus tot Homo sapiens. ‘Kijk, apen’, gniffelt Lucy. Aandachtig bestuderen we het familieportret aan de muur: een Homo sapiens vergezeld van 6 van onze 24 gekende voorlopers. Die inderdaad een zekere aapfactor hebben, het valt niet te ontkennen. Een typisch geval van fotoshop bovendien, aangezien onze voorouders allemaal enkele miljoenen jaren geleden het loodje legden – ook als soort – en technisch gezien dus niet samen voor de foto konden poseren.

Schedels en tanden – museum in Brussel met kinderen
‘De eerste mensen die eruit zagen zoals wij, leefden in Afrika’, legt onze gids Jeroen uit. ‘Ongeveer 45.000 jaar geleden zijn ze uit Afrika vertrokken en naar Europa gekomen.’ ‘Hoe weet je dat eigenlijk?’ vraagt Mirtha, die zich duidelijk afvraagt hoe iemand zich een reisje van zo lang geleden nog kan herinneren. Maar Jeroen heeft zijn antwoord klaar. ‘Uit de vondst van fossielen zoals stukjes van schedels en tanden kunnen wetenschappers dat afleiden. De oudste van die fossielen zijn 200.000 jaar oud.’

‘We zijn allemaal Afrikanen, legt onze gids Jeroen uit, alleen is onze kleur er in de loop der tijden wat afgegaan’
Dit zijn cijfers waar de meisjes zich niet veel bij voor kunnen stellen, behalve dat het vrij lang geleden klinkt. ‘Waarom vertrokken ze dan uit Afrika?’ wil Lucy weten. ‘Ze waren met teveel, daarom zijn ze beginnen migreren’, aldus Jeroen. ‘Wij zijn dus allemaal Afrikanen, alleen is ónze kleur er in de loop der tijden wat afgegaan.’ Dat blijkt geen kwestie van te warm gewassen: onze donkere huid werd geleidelijk aan bleker omdat er in deze streken minder zonlicht was. Een donkere huid is wel noodzakelijk in Afrika, omdat die het ultraviolette licht tegenhoudt, maar niet in het koudere Europa. ‘We zijn allemaal chocoladekleurig, het is meer een kwestie van witte chocolade en fondant’, concludeert Jeroen.

Slimme mens – museum in Brussel met kinderen
We botsen op een type met rood haar, een lang, plat voorhoofd en opmerkelijk dikke wenkbrauwen: de Neanderthaler. ‘Zijn hersenen waren wat groter, maar wij zijn slimmer’, merkt Jeroen op. Tja, wij zijn tenslotte de Homo sapiens sapiens, de slimme slimme mens. Al zou je het ons niet altijd nageven, als je kijkt naar de puinhoop puinhoop die we er op deze planeet wel eens van durven maken.
‘Aan haar gebit kan je zien wat de Australopithecus afarensis zoal at’

‘Deze mevrouw heet Lucy’, stelt onze gids ons voor aan een dametje dat er nogal bij de pinken uitziet. Deze Lucy had al kinderen toen ze dood ging, en toch is ze een heel hoofd kleiner dan onze Lucy. ‘Ze was heel klein en toch al groot’, vat Jeroen het samen. Mirtha en Lucy inspecteren de resten van de heup van deze Lucy die zo’n slordige 3,5 miljoen jaar oud is en tot de Australopithecus afarensis behoort. Aan haar gebit kan je zien wat ze zoal at. De krasjes op haar tanden wijzen erop dat ze graag harde planten lustte, en bladeren en schors, en ook een insect of stukje vlees op zijn tijd niet afsloeg. ‘Boterhammen met choco at ze niet, dat weten we vrijwel zeker’, aldus Jeroen.
The Beatles – museum in Brussel met kinderen
‘Heeft haar mama haar ook Lucy genoemd?’ wil onze Lucy weten. ‘Nee, dat hebben wetenschappers gedaan. Ze werd gevonden in Ethiopië in de jaren ’70, en werd zo genoemd naar het Beatlesliedje Lucy in the Sky with Diamonds.’ Misschien heette ze eigenlijk wel Rita of Monique en zou haar mama heel slecht gezind zijn als ze wist dat iemand zomaar haar naam had veranderd.
We nemen afscheid van Ethiopische Lucy en schuifelen naar de volgende gast, op wat een cocktailparty voor mensensoorten begint te lijken. Ondanks haar weinig glamoureuze verschijning is ook Ardipithecus uitgenodigd. Ze heeft lange armen die tot op haar knieën reiken en voeten die eruit zien als handen. Ze heeft een klein hoofd en bijna geen nek. Maar ja, wie heeft een nek nodig als je Beethoven zou kunnen spelen met je voeten?

‘In België eten we frietjes dankzij Siberië’
‘Kan een zandkorrel uit Afrika tot bij ons komen?’ vraagt Lucy zich af. Jeroen heeft het niet onder de markt. Hij krijgt de lastigste vragen op zich afgevuurd, maar is niet uit z’n lood te slaan. ‘Ja hoor’, antwoordt hij. ‘Uit de Sahara. We eten trouwens frietjes dankzij Siberië.’ Hoezo? Hij legt uit dat klei uit Siberië naar onze streken kwam overgewaaid, waardoor onze bodem geschikt werd voor het telen van aardappelen. Terwijl we dit even op ons in laten werken, trekt een onbekende wat verderop onze aandacht.

Hobbit – museum in Brussel met kinderen
We schudden haar de hand, op haar infobordje stelt ze zich voor als Homo habilis. Geen heupen, een beetje geblokt, maar voor de rest ziet het er best een leuk meisje uit. Haar tenen staan al wat dichter bij elkaar, haar hersenen zijn al wat groter én, hoera, ze heeft een nek. ‘Homo habilis is de eerste die werktuigen maakte’, licht Jeroen toe, ‘Een héél bijzondere mens.’ Dat geloven we graag. We komen te weten dat deze voorouders als eerste op het idee kwamen om een steen te gebruiken, waar ze gericht stukken afsloegen om hem heel scherp te maken. Daarmee konden ze het merg uit de beenderen van een dood dier zuigen.

‘Jeroen gaat naast een Neanderthaler staan en zegt: ‘Ik lijk wel op hem hé?’
De Homo habilis at al meer vlees dan Ethiopische Lucy en haar vrienden. Dit was een belangrijke stap vooruit om te overleven: vlees geeft sneller een verzadigd gevoel en meer energie, dus heb je er minder van nodig dan van plantaardige voeding. Een avondmaal van twee twijgen en een stuk schors als dessert zal nu eenmaal niet hetzelfde effect hebben als een steak béarnaise. We feliciteren deze Homo habilis met haar vindingrijkheid en haasten ons naar de Homo erectus in de zaal ernaast.
Tamelijk menselijk – museum in Brussel met kinderen
Bij nadere inspectie blijkt hij een 16-jarige jongeman te zijn. ‘We zien dat het een man is!’, giechelen de meisjes. Hij was de eerste mens die op jacht ging en ziet er al tamelijk menselijk uit, al heeft hij wel een klein hoofdje in verhouding tot de rest van zijn lichaam. Via de Homo floresiensis, die eruit ziet als een hobbit, naderen we het einde van het feestje der uitgestorven mensensoorten.

Museum voor Natuurwetenschappen, Vautierstraat 29, 1000 Brussel. Op de website van het museum vind je een didactisch dossier als achtergrond bij je bezoek. Als groep kan je ook een gids boeken. Info: www.naturalsciences.be
Nog meer tips voor Brussel met kinderen? Check dan OP VADROEI door Brussel of het wondermooie STRIPMUSEUM van Victor Horta.
Krijg je niet genoeg van Brussel? Lees dan zeker onze CITYGUIDE BRUSSEL.
One thought on “Brussel met kinderen: dino’s en dikke wenkbrauwen”