Museum met kinderen: speerwerpen en lasagne
Nog inspiratie voor de krokusvakantie van doen? Ga dan eens naar een museum met kinderen! Zoals het Préhistomuseum van Ramioul, waar volgend gesprek niks ongewoons zou zijn. “Heb jij gisteren nog iets te eten kunnen vinden?” “Nee, mijn speerdrijver deed het niet. En die hyena werkte ook niet echt mee.” “Gedroogd besje dan?” “Graag. Ik zit nu al aan het aperitief te denken. Hebben we nog nootjes?” Naar een museum met kinderen? Dat hoeft dus niet saai te zijn.

Of het 100% wetenschappelijk bewezen is dat de prehistorische Belg aan aperitieven deed weten we niet, en je komt het hier ook niet te weten. Maar dat is dan ook ongeveer het enige dat je niet te weten komt. De archeologische site in Flémalle sloot twee jaar lang z’n deuren om het dertig ha grote terrein zo te vertimmeren dat het er weer een tijdje tegen kan. Het resultaat is uitmuntend. Niet in het minst omdat ze bij de opwaardering vooral aan nieuwsgierige kinderen gedacht hebben.

Museum met kinderen
De oudste sporen die in Ramioul zijn teruggevonden, dateren van 75.000 voor Christus. Onze ter ziele gegane vriend Neandertaler bewoonde toen de Luikse regio. Ook uit de ijstijd, rond 35.000 voor Christus, zijn er belangrijke vondsten van inmiddels uitgestorven diersoorten. De ontdekking van de beenderen van zeven kinderen uit 2300 voor Christus deed eveneens stof opwaaien.

Vanaf de 19de eeuw werden op de huidige archeologische site opgravingen gedaan, die het startschot gaven voor verder onderzoek en uiteindelijk de ontsluiting voor een breed publiek. De grot waar de kinderen begraven lagen, is inmiddels geklasseerd erfgoed en kan je bezoeken. Met een zaklamp (voorradig) en een vleugje koelbloedigheid (zelf mee te brengen).
‘De mammoetvormige speeltuin is meteen een schot in de roos’

Een trip naar het Paleolithicum begint bij de mammoetvormige speeltuin, waar alles van hout is en uitnodigt tot hangen, balanceren, klimmen en glijden. De meisjes stormen er op af als dartele konijnen, wat niet bepaald breaking news is, maar ook Felix en zijn vriend Alexander – “wij zijn echt geen kinderen meer hoor” – gaan gezwind de speeltuigen te lijf. Het grut stelt met enige opluchting vast dat ‘museum’ een rekbaar begrip is, en ziet het plots helemaal zitten met de prehistorie. Onze eerste halte is een succes.

Pijl en baard – Museum met kinderen
De februarizon valt genadig op ons neer, dus we besluiten zo lang mogelijk buiten te blijven en het museum zelf voor het laatst te bewaren. Een bebaarde archeoloog staat ons op te wachten met het nodige tuig om een (namaak)beest mee aan de haak te slaan. Op verschillende parcours zijn pootafdrukken van wild uit de ijstijd te vinden, dat we muisstil besluipen. De slachtoffers staan verdekt opgesteld in het heuvelige landschap en mogen bestookt worden met pijlen en speren.

‘Met een assegaai moeten de kinderen hun avondeten proberen te pakken te krijgen’

Dat blijkt nog niet zo simpel: er komt behoorlijk wat techniek aan te pas die de kinderen met wisselend succes in de praktijk brengen. Mirtha krijgt met haar projectiel – dat luistert naar de naam assegaai – een voedzaam hertje te pakken. De rest zal moeten kauwen op een stukje mos en het morgen nog eens proberen.
Homp klei – Museum met kinderen
Na de adrenaline van het jagen is het tijd voor creatieve actie: hun oog valt op het atelier potten maken. Ook hier is een archeoloog voorhanden die het jonge publiek vertelt hoe dat allemaal zat destijds en hoe ze van een homp klei iets bruikbaars kunnen maken. Het aanbod workshops wisselt elke dag, zodat kinderen zich op verschillende vlakken de handelingen en het denken van hun verre voorouders eigen kunnen maken. Dat gebeurt zonder grote theorieën of schools gevoel, alles draait om het ervaringsgerichte aspect.


De boerderij, die iets hogerop in de bossen ligt, heeft een moestuin waar prehistorische gewassen gekweekt worden. In plaats van koeien tref je er oerossen aan. Hier zijn we bij de eerste boeren aanbeland, in het tijdsgewricht rond 5300 voor Christus, toen de jagers-verzamelaars plaats hadden gemaakt voor prille vormen van landbouw. Met deze landbouw en veeteelt van het Neolithicum kreeg een heel nieuwe maatschappij vorm, waarop wij tegenwoordig nog steeds voortborduren.

Moderne aap
De kinderen duiken het doolhof in, dat een voorstelling is van de menselijke evolutie. Die loopt niet in een rechte lijn van onze voorouders tot de homo sapiens, maar bevat heel wat zijsporen, doodlopende straten en ingewikkelde bochten. Aan de ingang van het doolhof ben je in Afrika, zo’n acht miljoen jaar geleden. Kom je er langs de goede kant uit, dan ben je een moderne mens. De verkeerde kant is ook een optie, maar dan word je geklasseerd als aap. We vermoedden het al lang en het blijkt te kloppen: Lucy en Mirtha komen als aap uit de evolutie. Zelf lijken ze zich er geen zorgen over te maken.

‘Honger mag dan de beste saus zijn, er zijn wel grenzen’


In het door de Luikse architect Gil Honoré ontworpen museum krijgen de kinderen een tablet mee, die de nodige Nederlandstalige uitleg verschaft bij de tentoongestelde voorwerpen. Het interactieve is hier eerder beperkt, en ze hebben er tegen dan al zo’n traject op zitten dat we al snel richting Archéorestaurant trekken. “Krijg je daar eten dat al drieduizend jaar slecht staat te worden? Of dat ze uit de grond hebben opgegraven?”, informeert Felix. Honger mag dan de beste saus zijn, er zijn wel grenzen.


Lasagne – Museum met kinderen
Even later stellen we met lichte opluchting vast dat de lasagne die de kinderen voorgeschoteld krijgen, er behoorlijk fris uitziet. Kenden ze dan al lasagne in de prehistorie? “Niet echt”, geeft chef-kok en gastronomisch historicus Pierre Leclercq toe. “Maar we willen dat kinderen het hier ook naar hun zin hebben.” De knapperige salade die wij voorgezet krijgen, is dan weer wel samengesteld met ingrediënten die er in de prehistorie al waren. Ook voor Romeinse, middeleeuwse of 18de eeuwse gerechten draait de chef zijn hand niet om.

Voor we terug voet zetten in de 21ste eeuw, houden we een laatste stop in het verleden: de museumshop. Daar schaft Felix pijl en boog aan, om thuis nog eens te oefenen met het te pakken krijgen van het avondeten. Voor het geval er geen lasagne in huis is.
Museum met kinderen
Préhistomuseum Ramioul, Rue de la Grotte 128, 4400 Flémalle. Info: www.prehisto.museum. Goed om te weten: je betaalt per uur dat je doorbrengt op het domein. Ook een kort bezoek of alleen een wandeling in het bos kan dus.

Nog meer tips voor een leuk museum met kinderen? Lees dan zeker onze stukken over het Hergémuseum in Louvain-la-Neuve, Shoes or no Shoes in Kruishoutem en Goalmine in Genk.